Deze dagen werk ik in een gezin waar het tweede kindje is geboren. Een prachtig meisje. Gelukkig gaat alles super. De borstvoeding is goed op gang en de baby groeit als kool. Het gewicht is zelfs op dag zes na al hoger dan haar geboortegewicht. Fantastisch!
De mama op de foto (van Getty Images) heeft ook twee kindjes. Ze is gevlucht uit de Oekraïne, waar het sinds vier dagen oorlog is. Ze geeft de baby de borst net als de mama in 'mijn' kraamgezin. De omstandigheden zijn voor de mama op de foto onverhoopt heel anders. Het grijpt me aan en ik schreef er vandaag een blog over.
Dit kan niet waar zijn
Verbijsterd kijkt de jonge vrouw naar het scherm van de televisie, die bijna continue aanstaat. President Volodymyr Zelensky vertelt in een toespraak dat de Russen het land zijn binnen gevallen. Haar land. Het land waarin zij en haar man zijn geboren. Het land waar ze naar school gingen en waar ze opgroeiden. Het land waar ze trouwden, samen hun huis inrichtten, kindjes kregen. De jongste is amper drie maanden oud.
Geluk had haar en haar man overspoeld, na de geboorte van een gezonde dochter. Een zoon en een dochter. Ze voelden zich rijk. De toekomst lag veelbelovend voor hen.
De vrouw staart naar de bewegende beelden en voelt haar hart kloppen in haar keel. Ze belt haar man. Hij zit in de auto. Is al onderweg naar huis. Zijn werkgever had iedereen naar huis gestuurd, zodra het duidelijk werd, dat de dreiging van de oorlog geen dreiging meer was, maar bittere werkelijkheid was geworden. Ze belt haar ouders. Ook zij komen naar haar huis.
Het huis dat een thuis had moeten zijn voor haar en haar gezin. En in het bijzonder voor haar jonge kindjes. Een veilige haven...
Onrust
Het babymeisje huilt. Heeft ze nu alweer honger? De vrouw voelt haar borsten tintelen van de melk die toeschiet. Nadat ze haar dochtertje heeft verschoond, legt ze haar aan. Vertwijfeld kijk ze naar haar kleine meisje. Naar het lieve gezichtje. Naar de donkere haartjes. Naar het zuigende mondje om de tepel. Zou ze ook de onrust voelen? Ze hoopt van niet.
In de hoek van de kamer zit het zoontje op een vloerkleed met zijn autootjes te spelen. Over een maand mag hij voor het eerst naar school. Hoe moet dat nu, vraagt de vrouw zich af?
Al weken voelde de vrouw spanningen. ’s Nachts, nadat ze haar meisje had gevoed, lag ze te staren in het donker. Ze kon het malen in haar hoofd maar niet stoppen. Tegen de ochtend viel ze pas uitgeput in slaap. De vermoeidheid werd elke dag erger.
Maar dat lijkt nu in één klap te zijn verdwenen. Ze voelt de adrenaline door haar lijf jagen. Ze kan niet geloven dat dit echt gebeurt. Dat er echt oorlog is in haar land.
Borstvoeding
Het mondje van het meisje stopt met zuigen. Haar oogjes zijn nog wijd open. Ze laat de tepel los. Nu al? De melkproductie zal toch niet nu al afnemen? Dat mag niet gebeuren. Het zoontje heeft ruim een jaar de borst gehad. Dat wil ze ook graag voor haar meisje. Eerst maar een boertje. Zachtjes fluistert ze in het kleine oortje:
‘Alles komt goed. Mama is er voor je. Ik zal altijd goed voor je zorgen, wat er ook gaat gebeuren.’
Opnieuw zoekt het mondje. De vrouw neemt het meisje op haar andere arm, ontbloot haar borst en laat het meisje aanhappen. Ze slaakt een diepe zucht. In gedachten bidt ze tot God. Ze bidt dat deze nachtmerrie snel ten einde mag komen.
Vluchten
Gehaast zoekt de vrouw wat spulletjes bij elkaar. Wat heeft ze allemaal nodig? Het lukt haar niet goed om helder na te denken. Ze trekt lades en kasten open. In ieder geval warme kleding voor haarzelf en voor de kinderen. ’s Nachts is het nog ijzig koud. Luiers heeft ze ook nodig, Vochtige doekjes en een speentje. De stapeltjes op het brede bed worden steeds groter. Ze realiseert zich dat ze niet alles kan meenemen.
Het plan is om naar Polen te vluchten. Aanvankelijk had ze er niets over willen horen. Ze wilde het huis niet achter laten. Ze wilde dicht bij haar hulpbehoevende vader en moeder blijven. Een snik ontsnapt uit haar keel. De onzekerheid over de toekomst overspoelt haar als een torenhoge golf van een tsunami. Hoe moet het nu toch verder?
Schuilen in de metrogang
Die morgen was alles veranderd. Ze had, net als de meeste mensen uit de wijk, de nacht onder de grond doorgebracht. In de gangen van de metro. Het was koud geweest. Af en toe trilden de muren. Waarschijnlijk sloeg er op dat moment ergens een granaat in. Telkens kromp ze van schrik in elkaar. Wat was ze bang. Ze klemde haar kindjes dicht tegen zich aan. Zij mochten niets merken van haar angst. In stilte bad ze dat hun huis niet geraakt zou worden. Dat haar man die er ‘de wacht’ hield, veilig zou zijn.
Toen het luchtalarm voor de zoveelste keer afging, had iemand verderop het volkslied ingezet. Steeds meer mensen zongen mee. Ook de vrouw liet haar stem horen. Het gezamenlijk zingen zorgde voor verbinding. En dat de paniek, die haar bijna had overmand, naar de achtergrond verdween. Ze hoopte dat de overnachting onder de grond eenmalig zou zijn. Vurig hoopte ze dat de Russen zouden stoppen met het veroveren van haar land.
Maar toen ze vanmorgen met haar kindjes op weg was naar huis, wist ze dat het ijdele hoop was. Dat het echt oorlog was. Verschillende gebouwen waren kapot geschoten. Tientallen ramen waren gesneuveld. Glasscherven knerpten onder haar voeten. Witte vitrages wapperden in de frisse ochtendwind. In de verte stegen grote rookpluimen omhoog en hulden de lucht, die gisteren nog stralend blauw was geweest, in een grijs-zwarte kleur. Een rilling deed haar huiveren. Ze haastte zich naar huis.
Onderweg
‘Ben je klaar? We moeten weg.’ Haar man komt de slaapkamer inlopen. Ze propt het laatste stapeltje in de blauwe tas en trekt de gele rits dicht.
Nog één keer loopt ze door de kamers van het huis. Bij de voordeur kijk ze nog één keer om. Zal ze hier weer terug komen? Zal er nog iets over zijn van hun huis? Verwoed slikt ze de opkomende tranen weg.
‘Kom lieverd. Het is echt tijd. De kindjes zitten al in de auto.’
Een enorme file strekt zich voor hen uit. Er zijn duidelijk meer mensen die elders een veilig onderkomen zoeken. Het duurt uren voordat het gezin de stad uit is. Gelukkig slapen de kinderen, het meisje in de maxi-cosy en de jongen in zijn autostoeltje. De vrouw bidt opnieuw dat ze veilig in Polen mogen aankomen.
Langzaam wordt het donker. Ze denkt terug aan de afgelopen nacht. Aan de donkere gangen van de metro. De angst is sindsdien niet meer verdwenen. Ze is nog steeds bang. Heel erg bang.
Polen
Vertwijfeld kijkt de vrouw om zich heen. Ze kan nauwelijks bevatten dat ze in Polen is. Een half uur geleden passeerde ze de grens. Te voet. Haar meisje op de arm, haar zoontje aan haar hand. De band van de zware tas zorgt voor een brandende plek in haar schouder. Maar ze loopt stug door. Ze móet door. Tenminste, dat is wat haar verstand zegt. Als ze naar haar gevoel zou luisteren, zou onmiddellijk omdraaien en terug lopen. Terug naar haar land. Naar haar man. Terug naar de papa van haar kindjes.
Onderweg hadden ze op de autoradio gehoord dat alle mannen tussen de achttien en zestig jaar in de Oekraïne moeten blijven. Ze zijn nodig om eventueel mee te vechten tegen de Russische troepen.
Het afscheid tussen de vrouw en de man was kort en krachtig geweest. Dat was beter, had haar man gezegd. Zou ze hem ooit nog terug zien?
De baby maakt smakgeluidjes. Het is alweer tijd voor haar voeding. De vrouw laat de tas van haar pijnlijke schouder glijden. Ze haalt haar mobiele telefoon uit haar jaszak en drukt op enkele toetsen.
‘Jij mag even met papa praten.’ Ze geeft de telefoon aan haar zoontje. ‘Goed vasthouden, hoor.’
De vrouw laat zich op de volgepakte tas zakken en ontbloot haar rechterborst. Het babymeisje hapt aan en begint gretig te zuigen.
‘Can I take a Picture?’ Een fotograaf kijkt vragend naar de vrouw. Ze knikt en ze tovert een verlegen glimlach om haar mond.
Ik heb diep respect voor deze vrouw en alle andere vrouwen die op de vlucht zijn en voor wie het moederschap ‘gewoon’ doorgaat. Ik hoop dat deze nachtmerrie snel voorbij zal zijn.
Dankjewel voor het lezen. Je kunt de blog delen d.m.v. onderstaande knoppen. Bij voorbaat mijn dank.
Reactie plaatsen
Reacties
Ik heb je gedicht gedeelte op Facebook..
Dankjewel, Ellen.
Hoi Josje,
Door dit te lezen, kan ik me beter voorstellen hoe het moet voelen. Ik voel de angst, het verdriet en de vertwijfeling. Dank je wel. Het is goed om beter in te kunnen leven en te blijven voelen.
Dankjewel voor je reactie, Nickey,
Het is vreselijk, wat daar allemaal gebeurt, in de Oekraïne. Ik hoop zo dat er snel een einde komt aan dit onnodige bloedvergieten en verwoesten van miljoenen levens.
Goed geschreven Josje. Ik moet er niet aan denken hoe het is om dit mee te maken.
Verschrikkelijk voor alle mensen in het oorlogs gebied.
Dankjewel voor je reactie, Marlou.
Niet normaal, hè. Ik lig er 's nachts wakker van. Hoop zo dat het snel voorbij is. Maar het toegebrachte leed is al enorm.